Wordt er iets gedaan aan hoge winsten in de jeugdzorg? Hoe wordt het zwakke toezicht op de Wmo verstevigd? Kunnen de mazen in de Wnt worden gedicht? Op deze en andere vragen moet dit najaar een antwoord komen. Dat blijkt uit de antwoorden van VWS op een reeks Kamervragen over het bestuur en toezicht in de zorg.
In de afgelopen jaren is uit onderzoeken en evaluaties van beleid gebleken dat het toezicht in de gezondheidszorg op punten voor verbetering vatbaar is. Daarom zijn bijvoorbeeld de regels voor nieuwe toetreders in de zorg per 2022 aangescherpt in de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza). Kamerleden zijn scherp op berichtgeving over fraude en misstanden in zorginstellingen, maar ook kritisch op het gedrag van bestuurders en de mate waarin medewerkers en patiënten zich gehoord weten in de Nederlandse gezondheidszorg.
Toezeggingen
In het voorjaar hield de vaste Tweede Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport een schriftelijk overleg over de governance in de gezondheidszorg. Minister Kuipers (VWS) beantwoordt deze week, ook namens minister Helder (Langdurige Zorg) en staatssecretaris Van Ooijen, de vragen die de Kamerleden daarin stelden. De antwoorden gaan veelal over beleid dat al is ingezet, maar er staan ook toezeggingen in voor het najaar.
Toezicht Wmo
Over de omvang van fraude in de zorg gaf VWS vorig jaar al een antwoord dat voor veel Kamerleden onbevredigend moet zijn geweest. Die omvang is namelijk niet bekend en volgens VWS ook moeilijk te kennen. Er zijn beperkte cijfers van zorgverzekeraars en zorgkantoren over de Zvw en Wlz. Cijfers over zorgfraude in de Wmo en Jeugdwet zijn er zelfs helemaal niet. Bij deze laatste twee is er ook nogal wat aan te merken geweest op het toezicht door gemeenten. Dat toezicht was eind 2020 zo halfbakken dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) het ministerie vroeg om in te grijpen. En dat lijkt ook te gaan gebeuren. ‘Op dit moment werkt de staatssecretaris van VWS met betrokkenheid van de VNG, gemeenten, lokale en regionale Wmo-toezichthouders, GGD GHOR Nederland, de IGJ en Toezicht Sociaal Domein (TSD) aan een visie op het Wmo-toezicht’, laat de minister weten. ‘Bij het opstellen van deze visie is ook aandacht voor toezicht op beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Na het zomerreces zal de staatssecretaris uw Kamer informeren over de uitkomsten van dit traject en het vervolg.’
Winst in de jeugdzorg
Wat veel Kamerleden een doorn in het oog is, zijn berichten over torenhoge winsten in het sociaal domein. Wat een hoge winst is, valt lastig te kwantificeren. Opvallend is het wel als zorgaanbieders 10 of 15 procent winst behalen, terwijl 2 tot 3 procent het overall gemiddelde is. Daarom belooft de minister dat hier wel wat aan wordt gedaan. ‘Gemeenten zijn met het Ketenbureau i-Sociaal Domein aan het onderzoeken of er minimumeisen voor het beperken van winst of winstuitkering van zorgaanbieders opgesteld kunnen worden die in de praktijk werkzaam zijn. Bij het team regioadviseurs opdrachtgever- en opdrachtnemerschap Wmo & Jeugdwet van het Ketenbureau i-Sociaal Domein zijn voorbeelden bekend van gemeenten die eisen stellen om winst of winstuitkering te beperken. Daarnaast wil het ministerie van VWS de mogelijkheid creëren om voorwaarden aan winstuitkering voor zorg- en jeugdhulpaanbieders te stellen via het voorgenomen wetsvoorstel Integere bedrijfsvoering zorgaanbieders.’
Eisen aan zorgbestuur
Een deel van de Kamer vindt dat aan de kwaliteiten van zorgbestuurder onvoldoende harde eisen worden gesteld. Zo vindt de PVV dat te weinig bestuurders zich laten accrediteren via de NVZD, de vereniging van bestuurders in de zorg. De partij wil accreditatie verplicht stellen. Volgens minister Kuipers hoeft het echter geen probleem te zijn. ‘Dat bestuurders zich niet accrediteren is geen indicatie dat zij verkeerd handelen of om de oneigenlijke redenen in de zorg te werken. Zij kunnen ook op andere manieren met hun eigen ontwikkeling en professionalisering bezig zijn. Bovendien zitten aan het verplicht stellen van een accreditatie uitvoerings-, organisatorische en juridische vraagstukken.’ Ook minister Helder heeft zich uitgesproken tegen een verplichte accreditatie.
Raad van toezicht als werkgever
Kuipers wijst op de verantwoordelijkheid van raden van toezicht. ‘Zij verkeren als werkgever van bestuurders in de omstandigheid om bestuurders hiertoe te motiveren en stimuleren en indien nodig hierop aan te spreken. Dit doen zij onder andere door het voeren van een jaarlijks functioneringsgesprek met de leden van een raad van bestuur.’ De nieuwe Wtza biedt raden van toezicht ook meer mogelijkheden hiertoe.
Wnt
Een punt dat vanuit het ministerie dit najaar nog wel meer aandacht krijgt is de beloning van zorgbestuurders. Een deel van de Kamer was not amused toen zorgbestuurders met een voorstel kwamen om de ontslagvergoeding te verhogen, een wachtgeldregeling in te stellen en hun leaseauto buiten de Wet normering topinkomens (Wnt) te houden. Een evaluatie van de wet biedt ruimte voor verbetering. ‘Naar aanleiding van de Tweede Wetsevaluatie van de WNT18 is een aantal mogelijkheden geïnventariseerd voor aanpassing van de wet, waaronder op het punt van maximale ontslagvergoeding. Het ministerie van BZK is stelselverantwoordelijk voor de WNT en heeft het initiatief genomen om de evaluatie te behandelen. Voorafgaande aan het debat met uw Kamer op 14 september aanstaande over onder andere de WNT ontvangt uw Kamer een Hoofdlijnenbrief’, aldus minister Kuipers.
Bron: Zorgvisie