Bijna alle zorgverzekeraars verlagen volgend jaar hun vergoedingen voor ongecontracteerde zorg. Gemiddeld daalt die van 75 naar 65 procent, aldus vergelijkingswebsite Independer. Volledige vergoeding van ongecontracteerde zorg ontvangen, wordt ook moeilijker: vijf van de elf restitutiepolissen – die alle kosten vergoeden – worden opgeheven op 1 januari 2023.
“Dat zijn de trends voor 2023: verlaging van het vergoedingspercentage voor ongecontracteerde zorg en het verdwijnen van veel restitutiepolissen”, aldus zorgdeskundige Bas Knopperts van Independer. VGZ schaalt het meeste af. Alle VGZ-merken (onder meer Univé, Zekur, IZZ, UnitedConsumers) en VGZ zelf bieden in 2023 geen restitutiepolis meer aan.
Zilveren Kruis en zijn merken behouden de meeste restitutiepolissen en vergoeden evenveel ongecontracteerde zorg als dit jaar, met uitzondering van het FBTO-merk. Dat heft 1 januari de restitutiepolis op en deelt klanten mee dat het een combinatiepolis wordt (Basis Vrij): dat is een soort restitutiepolis waarin niet alles wordt vergoedt, maar voor enkele zorgsectoren een deel. FBTO vergoedt bijvoorbeeld slechts 75 procent van de kosten voor ongecontracteerde ggz en wijkverpleging.
Bij minimaal vijf zorgpolissen daalt vanaf januari de vergoeding naar 65 procent of 60 procent. Menzis-merk VinkVink heeft de laagste vergoedingen: 50 procent voor onder meer fysiotherapie, kraam- en verloskundige zorg en 65 procent voor onder meer palliatieve zorg. Menzis heeft een deel van de vergoedingen verlaagd, een deel verhoogd en een deel is gelijk gebleven.
Maximaal 75 procent
Ongecontracteerde medisch-specialistische zorg wordt bij de meeste polissen maximaal 75 procent vergoedt. Als de verzekerde minimaal een kwart van de doktersnota betaalt, kan dat flink oplopen. Zo kost een week ziekenhuisopname voor een kind met een darmontsteking 12.700 euro. Een heupprothese 6900 euro, exclusief extra uitgaven bij eventuele complicaties. In de ggz geldt hetzelfde: een klinisch arts kost 291 à 416 euro per uur.
Vergoeding lager
Meestal is het vergoedingspercentage echter lager dan in de polis worden vermeld. Vrijwel alle verzekeraars hanteren de omschrijving dat klanten (bijvoorbeeld) 65 procent vergoed krijgen van de ‘gemiddelde prijs die is afgesproken met gecontracteerde zorgverleners’: in de praktijk is dat lager, waardoor de tegemoetkoming van de kosten aan patiënten ook lager uitpakt.
Verzekeraars gebruiken daarnaast de term ‘maximaal’: de vergoeding kan daardoor om onbekende redenen lager uitpakken. Enkele zorgverzekeraars laten klanten nog meer in het ongewisse over de hoogte van hun vergoeding voor ongecontracteerde zorg. Zo geeft Anderzorg (een merk van Menzis) aan dat hun vergoeding ‘tussen 60 en 100 procent’ ligt. Verzekerden moeten opzoeken in een lange lijst met vele duizenden behandelingen wat voor hen van toepassing is.
Een woordvoerder van Menzis geeft een voorbeeld: “Stel het gecontracteerde tarief van Menzis is 1000 euro, dan krijgt de verzekerde nooit meer dan 750 euro vergoed (75 procent van 1000 euro). Dus stel dat zijn nota 1200 is dan wordt de vergoeding 750 euro; 450 euro betaalt hij zelf. De gemiddelde gecontracteerde tarieven zijn dus leidend en uitgangspunt bij het bepalen van de uiteindelijke vergoeding.”
Minder restitutiepolissen
Het opheffen van restitutiepolissen gaat harder dan ooit. In 2023 verdwijnen er dus vijf, vorig jaar stopten drie verzekeraars (OHRA, Zorg en Zekerheid, Nationale Nederlanden) er mee, berekende een zorgspecialist van prijsvergelijker Pricewise, en het jaar daarvoor twee (DSW en ONVZ): “De restitutieverzekeringen die worden afgeschaft, veranderen in een combinatiepolis”. Dat is een combinatie van een restitutie- en naturapolis. Daar wordt sommige zorg 100 procent vergoed, andere zorg (vooral wijkverpleging en ggz) deels.
Knopperts raadt VGZ-klanten die veel gebruikmaken van ongecontracteerde zorg aan een andere verzekeraar te kiezen: “Hun combinatiepolis vergoedt voor ggz en wijkverpleging minder. Het kan echt in de papieren lopen als een klant bij VGZ blijft.”
Moeilijke keuzes
“Helaas moeten we soms moeilijke keuzes maken”, zegt een woordvoerder van VGZ. “Om ervoor te zorgen dat de zorg voor onze leden uitvoerbaar en betaalbaar blijft. Andere zorgverzekeraars hebben de stap al eerder gezet van restitutiepolis naar combinatiepolis. We zien ons helaas genoodzaakt om de polis volgend jaar ook aan te passen. Mensen die hierdoor niet meer alle zorgkosten bij een ongecontracteerde zorgverlener vergoed krijgen, kunnen overwegen om naar een gecontracteerde zorgaanbieder over te gaan. Dan worden de kosten volledig vergoed.”
VGZ heeft volgend jaar drie soorten polissen, waarbij er één alle ongecontracteerde zorg voor 70 procent vergoedt en een verzekering die 80 procent teruggeeft. De derde zorgverzekering, restitutiepolis VGZ Eigen Keuze, vergoedt nog een paar weken alle zorg en verandert vanaf 1 januari 2023 onder dezelfde naam in een combinatiepolis. Daarbij worden alle zorgkosten 100 procent vergoed, met uitzondering van ongecontracteerde ggz-zorg en wijkverpleging: patiënten krijgen voor dit soort zorg nog maar 90 procent van de kosten terug.
Omdat onder VGZ veel merknamen vallen, betekent het besluit van deze verzekeraar om de restitutiepolissen op te heffen dat er volgens Independer en Pricewise nog zes restitutiepolissen in 2023 resteren: Menzis Basis Vrij, CZ Zorgkeuzepolis, Asr Eigen Keuze, Zilveren Kruis Basis Exclusief, Stad Holland Basisverzekering (een merk van DSW) en Aevitae EUCARE restitutie.
Bron: SKIPR
Wij zijn Zorg Assist Management en ondersteunen zorg- & welzijnsorganisaties bij:
aanbesteden, kwaliteit, IGJ rapporten, strategie & beleid, detacheren management niveau en bij het vinden & aanvragen van subsidies.
Nieuwsgierig naar ons, of hulp nodig? Bel of mail ons en wij maken graag een vrijblijvende afspraak, om wederzijds te bespreken wat wij voor elkaar kunnen betekenen.
0592 201268 / info@zorgassistmanagement.nl